Spoel de zeekraal onder koud water. Zet een kookpotje met water op het vuur. Van zodra het water kookt, blancheer je de zeekraal 2 minuten in het kokend water. Giet af en spoel onmiddellijk met koud water om de groene kleur te behouden en het kookproces te stoppen.
Snipper de sjalot fijn.
Neem een steelpannetje en doe hierin een scheutje olijfolie. Fruit daarin de sjalot kort.
Blus met de visfumet en laat goed inkoken. Voeg een scheutje room toe en laat indikken.
Hak de dille en voeg deze bij de saus. Mix alles goed. Kruid af met peper, zout en een snuifje cayennepeper. Houd warm op een laag vuur.
Kruid de coquilles met peper en zout. Doe een scheutje olijfolie in een pan en bak de coquilles 2 minuten langs elke kant.
Doe in een andere pannetje een klontje boter en bak de zeekraal kort aan.
Leg wat zeekraal op een bord met daarop de coquilles. Lepel daarop wat dillesaus.
Werk af met wat zwarte peper van de molen.