Ontdoe de bloemkool van de bladeren. Pel de sjalot en snij alles in grote stukken.
Neem een grote kookpot en doe er een klontje boter in. Doe daarin de sjalot en de bloemkool en laat even aanstoven.
Giet de kippenbouillon erover. Zorg ervoor dat de bloemkool net onder staat. Niet te veel vocht of de soep is de waterachtig.
Laat de soep gedurende een 25-tal minuten koken op een middelhoog vuur met het deksel erop.
Maak ondertussen de peterselieolie. Die doe je door een handvol peterselie te mixen met 100 ml olie. Zorg dat het vloeibaar genoeg is. Mag geen dikke brij zijn. Voeg eventueel nog wat olie toe indien nodig.
Neem een klein pannetje en doe daarin een klontje boter. Als de boter gesmolten is, leg je de bloedworst erin en bak deze mooi langs beide zijden.
Als de bloemkool gaar is, mix je de soep tot een gladde massa. Proef en kruid af met peper en zout.
Snij de bloedworst in ringen en snij deze nog eens in 2.
Doe de soep in kommetje, leg er telkens een paar stukjes bloedworst in en druppel wat peterselieolie erover. Werk af met wat zwart peper.
