Pel de grijze garnalen. De koppen en staarten heb je nodig om de bisque te maken. De gepelde garnalen zet je in de koelkast. Die heb je later nodig.
Pel de sjalotten en snij in grove stukken. Doe deze samen met de garnaalkoppen en staarten in een grote kookpot. Doe er water in tot ze helemaal onder staan. Voeg de laurierblaadjes, kruidnagels, paprikapoeder, cayennepeper en saffraan toe.
Breng aan de kook en zet nadien op een laag vuur zodat het rustig kan inkoken. Dit voor ongeveer 30 minuten.
Na een half uur giet je de bisque door een puntzeef. Druk goed op de schalen zodat al het vocht eruit is. De schalen zijn daarna voor de vuilnisbak, die hebben hun werk gedaan.
Kuis de prei en schil de aardappel en snij in stukken.
Neem de kookpot en doe er een klontje boter in. Doe daarin de prei en aardappel. Voeg de bisque toe en breng aan de kook. Eenmaal het kookt, zet je het vuur lager. Laat 20 minuten koken.
Snij ondertussen de vis in grove stukken en hak de peterselie.
Als de soep klaar is, mix je deze glad. Nadien voeg je de vis toe. De soep mag niet meer koken nu. Het vuur laat je uit. Door de warmte gaart de vis.
Neem soepkommen en verdeel de soep over de kommen. Doe de gepelde garnalen erover samen met de gehakte peterselie. Werk eventueel af met wat rouille.